Afbeelding: Portret van Louis Couperus, door Jan Veth (1892).
Twee weken geleden verscheen Een dandy in de Oriënt, waarin schrijfster José Buschman de sporen van Couperus in Afrika volgt. Couperus en zijn vrouw reisden in 1920-’21 zes maanden rond in Algerije en Tunesië, op verzoek van het weekblad Haagsche Post, dat zijn reisfeuilletons graag wilde afdrukken.
José Buschman: ‘Drie jaar geleden kocht ik een schilderijtje met op de achterkant een opdracht aan Couperus. De opdracht bleek geschreven door Pieter Ruys, die in 1921 de Nederlandse consul te Algiers was. Couperus en zijn vrouw kregen het schilderijtje van hem cadeau aan het slot van hun rondreis door Noord-Afrika. Dat was het begin van mijn speurtocht.’ Couperus schreef tijdens zijn verblijf twintig reisfeuilletons en bundelde die in Met Louis Couperus in Afrika (1921). In de eerste drie feuilletons stopte Couperus veel mooie, exotische beschrijvingen van mensen en landschappen.
In haar nieuwe boek oppert Buschman dat bij Couperus de angst voor statusverlies een veel grotere rol heeft gespeeld dan tot nu toe werd gedacht. ‘Ik heb een paar jaar terug al eens in de Haagsche Courant beschreven hoe Couperus tegen iedere prijs wilde voorkomen dat zijn lezers zich van hem af zouden keren. Hij was weliswaar een zwierige dandy en schreef soms gewaagde romans, maar in zijn feuilletons en in zijn dagelijks leven deed hij toch erg zijn best om geen aanstoot te geven. Couperus moest geld verdienen met zijn schrijven en wilde onder geen beding het lot treffen van Oscar Wilde, die in Engeland door zijn uitdagende gedrag in de gevangenis was beland.’
José Buschman, Een dandy in de Oriënt. Louis Couperus in Afrika, Uitgeverij Bas Lubberhuizen, 160 pagina’s, € 16,90.
Geef een reactie